zondag 6 mei 2012

"Schat?"

"Schat?" "Hmm?" "Ik hoor er weer één." We zuchten synchroon en Miek knipt het nachtlampje aan. Ik kruip tegen haar aan en samen staren we naar het plafond. "Ik zie 'm niet," verzucht ik. Miek's ogen spieden de kamer door, iedere vierkante centimeter wordt uitvoerig geïnspecteerd. "Ja! Daar!" Ze wijst naar boven, maar ik kan de mug niet onderscheiden van de vele posters die op haar plafond hangen. "Wáár?" "Daar. Zie je die poster van Pink?" Ik moet lachen. Pink staat zo'n beetje op de helft van de posters in haar kamer, en dat zijn er véél. "Die van Green Day, zie je die?" "Ja." "Nou, daaronder hangt Pink, en daar zit 'ie naast." "Oh ja." Miek klautert van ons matrasje op de grond op haar eigen bed. Ze pakt het boek wat er nog lag van de vorige slachtoffers en haalt uit. "Oh nee." "Wat? Heb je 'm gemist?" "Nee, maar... Hoe kan het dat ik dáár een mug zag vliegen, terwijl deze híér zat?" "Shit. We hebben er twee."

Ik trek de deken wat hoger op. Op de één of andere manier moeten die beesten mij altijd hebben. Lig ik met Miek op een kamer en hebben we een mug, dan kan ik er geld op zetten dat zij de volgende ochtend geen één bult heeft, en ik me een ongeluk krab. Terwijl ik dit type, krab ik regelmatig aan mijn knokkels. Inderdaad: Daar zitten ze ook. Miek bedacht dat het slim was om mij helemaal in te smeren met anti muggenspul, en zo gezegd, zo gedaan. Armen, benen, nek en gezicht ingesmeerd, alles waar die beesten bij konden komen. Dachten we. De volgende ochtend realiseerde ik me dat het misschien handig was geweest als ik de rug van mijn hand ook had besproeid met Deet. Vijf muggenbulten zijn het resultaat. Twee op mijn linker en drie op mijn rechter hand.

"Ja, ik heb hem!" Miek's stem laat me opschrikken uit mijn gedachten. Vol trots toont ze de geplette mug, met een flinke bloedvlek eromheen. "Als er ooit een moord gepleegd wordt in deze kamer, ben jij de hoofdverdachte. Er zit zoveel van jouw bloed hier." Ze heeft gelijk. Alle muggen die in deze kamer gemarteld zijn, zaten vol met mijn bloed. Zo zit er een bloedvlek van mij op het raamkozijn, op meerdere posters en op de muren. "Ik hang gewoon een briefje op de deur," grap ik, "Als hier ooit een moord wordt gepleegd: Ik was het niet!" "Hoezo jezelf verdacht maken?" We lachen en mijn blik dwaalt af naar de wekkerradio. Half 3. "Ik ga weer slapen," meld ik terwijl ik me op mijn buik draai. Miek knipt het nachtlampje uit en komt weer naast me liggen. "Trusten meisje." "Trusten."

De rust duurt slechts een paar minuten. "Schat?" "Hmm?" "Ik hoor er weer één..."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten